Guillaume Edeline
Guillaume Edeline verdient zijn plaats tussen de belangrijkste schilders uit Zuid-België : Heintz, Barthélemy en Raty.
Het was in de jaren 30 dat Guillaume Edeline José Chaidron ontmoette. Om de Semois ten koste van alles te kunnen schilderen, verliet hij Namen per fiets met zijn penselen, schilderijen en bagage.
Bijna aangekomen op zijn bestemming, werd hij betoverd door de schoonheid van het landschap van de vallei van de Semois en maakte een val. Een voerman bracht hem daarop helemaal onder het bloed naar « La Glycine » in Vresse bij José Chaidron en zijn ouders, die meerdere dagen voor hem zorgden.
Biografie
Hij werd geboren op 13 juli 1902 in Namen, in een familie uit Doornik. Zijn vader was militair en al jong wende hij aan de opeenvolgende verplichte verhuizingen die een functie bij het leger met zich meebracht. Zo bracht hij zijn jeugd eerst door in Namen, en vervolgens in 1919 in Brugge.
Zelf ging hij aan het werk als ambtenaar bij wegen en bruggen, en bracht hij zijn avonden door met het volgen van les aan de Academie in Sint-Joost-ten-Noode.
Hij werd vervolgens leraar tekenen aan het koninklijk atheneum van Chimay, en in 1924 van Bouillon.
In 1930 kreeg hij een overplaatsing naar het Atheneum van Elsene. Het was tijdens deze jaren in de hoofdstad dat hij de kunstkring « L'Art Libre » vervoegde, waar hij vele kunstenaars ontmoette zoals Counhaye, Paulus, Tytgat, Wansart, Wolvens, maar ook Raty en Howet, die goede vrienden werden.
Aan het begin van de oorlog vroeg hij om een voorlopige overplaatsing naar Bouillon.
In de Ardennen vond hij zijn weg naar landschappen.
Hij stierf in 1987.
Zijn werken
Na te zijn begonnen met portretten en stillevens, schilderde Guillaume Edeline graag landschappen, maar hij blonk ook uit in aquarel en gouache.
Hij was geen kunstenaar die moest improviseren of produceren om koste wat het kost in leven te blijven. Alles bij hem was gepland, berekend, gezocht; hij was niet verplicht om te schilderen.
Zijn ontelbare tentoonstellingen, alleen of in groep, begonnen in 1934 en brachten hem naar veel Belgische galerijen (Namen, Brussel, Luik, Charleroi) maar ook naar het buitenland (Wenen, Boedapest en Den Haag).